Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1999. E. PuteanusGa naar voetnoot4). (L.B.)Ik kom uwe hulp inroepen voor Joannes du Pierzy, den schoonvader van mijn zoon Justus CaeciliusGa naar voetnoot5). De man heeft tien jaren lang gewoond op zijn goed te Uthem, dicht bij Balen en Aerschot, en had een vrijgeleide van de Staten. Nu is hij echter door soldaten uit Bergen op Zoom gevangen genomen; zijne vrouw heeft hem doen beloven, dat hij ƒ 1000 als losgeld zal betalen. En nu wordt er buitendien nog ƒ 300 van hem gevorderd voor onkosten door Van der Mast, den militairen rechter, en een zekeren Sanders. Hij heeft nu het landgoed aan mijn zoon als bruidschat gegeven en deze gaat er wonen, maar zou er gaarne zeker van zijn, dat hij geen last van de soldaten zal hebben. Wilt gij zorgen voor de daartoe noodige papieren? Hierbij gaan mijne Gnomae Belgicae; ik dank u voor uw versGa naar voetnoot6). Lovanii, in Arce, XVI Kal. Decemb. (= 16 Nov.) MIƆCXXXVIII. |
|