Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 414]
| |
1979. D. de WilhemGa naar voetnoot1). (L.B.)Het tapijtwerk van den heer de Charnacé had mijne vrouw wel willen hebben, maar zij weet, dat het nu toch in goede handen is. Uwe jongens zijn druk bezig en zingen uwe versjes, die zij van buiten geleerd hebben. Over de aanwezigheid van de Koningin Moeder zult gij meer hooren dan wij. Iedereen is verwonderd over haar handelwijze. Zeker heeft zij zich in veiligheid willen stellen, zonder den uitslag der onderhandelingen van den heer de Knuyt af te wachten. 8 8b (Oct.) 1638, Hagae. |
|