Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1977. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Ik heb in lang niet geschreven, maar er is ook niets te melden. Waarschijnlijk zullen wij spoedig opbreken, wat zeer te wenschen is voor de arme soldaten. Men zegt, dat de vijand terugtrekt in de richting van Demer; zijn leger in Henegouwen blijft tusschen Bouchain en Quesnoy tegenover het Fransche onder maarschalk de la ForceGa naar voetnoot5). Bij beide legers zijn vele zieken. ‘Des ministres aussi yGa naar voetnoot6) doubtent grandement du succes de l'interposition de nostre Estat en faveur de la Reine Mere, celle de l'Angleterre ayant desjà par ci devant esté rejettée sans faict. Et y en a qui discourrent, que le vray moyen de tirer les pensions et douaires de S.M.té seroit sa retraicte à Florence.’ - De brieven van onzen agent te CalaisGa naar voetnoot7) maken nog geen melding van graaf HendrikGa naar voetnoot8) en van den heer de Knuyt. - Bij Fontarabie heeft de prinsGa naar voetnoot9) eene cassette met kostbaarheden en geheime brieven verloren. Er schijnen zeer vele menschen bij den terugtocht te zijn omgekomen; wel 6000 zouden er verdronken zijn door het instorten van eene brug. De prins en de heer de la ValletteGa naar voetnoot10) geven elkander de schuld van het ongeluk. - Z.H. is gezond. Au camp près de Grave, le 5e d'Octob. 1638. |
|