Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 410]
| |
1967. A. Ploos van Amstel. (H.A.)Op bevel der Staten-Generaal heb ik ‘aen den heere van ChavignyGa naar voetnoot1) voorgehouden, dat de Ho. Mo. ende Mynheere den Prince van Oraigne int onthaelen van de Coninginne Moeder, onverwacht in haere landen gecomen synde, alle mogelicke beleeftheyt, eer ende respect hadden bethoont ten aensien van haere hoge qualiteyten ende meriten, niet twyfelende, off t'selve soude aen den Coninck aengenaem zyn, waerop syne Ed. niet dienstelyck en antwoordede, maer seyde, dat den Coninc so goetaerdich was, dat zyne Mat. alle t'gepasseerde wel op een syde soude stellen, maer dat d'selve t'zedert het vertreck van de Coninginne syn Moeder na de landen van syne vyanden geen tydinge van haer en hadde gehadt, ende dat de hoochf. Coninginne, uyt haer eygen mouvement agerende, niet anders als wel en soude doen, maer dat by haere Mat. te veel vermochten drie personen, te weeten de heeren Fabroni ende Sigot, ende boven alle de president CoigneuxGa naar voetnoot2), synde eenen quaden raetsman ende autheur van vele gepasseerde onheylen, daerby vougende, dat de Ho. Mo. waerschouwen soude wel op haer hoede te wesen tegen hunne menees’. Over de bijzondere ambassade en den daarvoor aangewezen persoon later mondeling. De heer SixtinusGa naar voetnoot3), raad der Landgravin van Hessen, zal hierheen worden gezonden. Aan de admiraliteiten wordt gelast te zorgen voor de acht schepen, die tegen 1 Oct. beloofd zijnGa naar voetnoot4). De Koningin gaat morgen met hare Hoogheid naar Honselaardijk. In s'Gravenhage, den 27en 7b (Sept.) 1638. ‘Den raetsheer WyngaerdenGa naar voetnoot5), by den Hove gecommitteert, om u Ed. buyrvryster vant huis te MarquetteGa naar voetnoot6) met goetheyt oft de stercke handt te lichten, quam te laet; sy was anderhalff ure te voren vertrocken ende, so men secht, houdt haer tot Culenburch.’ Haar zuster gaat scheiden van haar manGa naar voetnoot7). |
|