Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1940. A. Ploos van Amstel. (H.A.)‘Wy zyn hyer vol Majesteyts; de eene is nae AmsterdamGa naar voetnoot2), alwaer groote preparaten gemaeckt zyn tot haere receptie; derselver wedercompste sal wtwysen, off het ingebeelde contentement sal hebben ontfangen; t'is vreempt, dat den heer Joachimi sich laet wys maecken, dat men haer in Engelandt begeert, ende daertoe al bereits een schip ende conducteur soude wesen ge[sonden]Ga naar voetnoot3). Onsen complimentairen president heeft my huiden gecommuniceert van op morgen ter vergaderinge te willen versoecken eenige gecommitteert te werden tot een secrete sake, t'welck was, off soude wesen, om den heere van OosterwyckGa naar voetnoot4) te lasten onder de handt alle debvoiren te doen, ten eynde de Coninginne haer douarie mochte volgen.’ Aan de gecommitteerden te velde is geschreven over de wagens en schepen. De Kamer van Amsterdam heeft een project gemaakt ‘tot het beneficeren van Nieu-Nederlandt’. Van Voorst, die er vele jaren gewoond heeft, is gestorven. De tijdingen uit Brazilië zijn minder goed. De vijand zal wel erg bluffen over ‘d'attaque opt quartier van grave Hendrick’Ga naar voetnoot5). Die van Holland willen een gezant naar Polen zenden en dan tevens naar Denemarken. De zaak met Engeland over het visschen is nog niet in orde. In s'Gravenhage, den IIIen 7b (Sept.) 1638. |
|