Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 372]
| |
la rançon de noz prisonniers, qui sont en si grand nombre, qu'il ne se trouve aucun officier à dire, de sorte que, tout bien compté, nous n'aurons perdu que fort peu de gens. Et en va, disons nous, comme de douze moines, qui estants noyez, en les cerchant on les trouva à treize’. De vijand weet af van het gebeurde met den Spaanschen kapitein te Liefkenshoek en dat kan moeilijkheden geven. In Frankrijk heeft de Kardinaal Jan van WeertGa naar voetnoot1) en andere gevangenen ten eten gehad. De Hertogin van SavoyeGa naar voetnoot2) heeft zich aan het hoofd van haar leger geplaatst en dit toen vereenigd met de Fransche troepen; ook heeft zij de Koningin laten complimenteeren. Au camp à Noordgeest, le 28e de Juin 1638. |
|