Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1850. Aan Prinses Amalia Van Oranje. (H.A.)*Geen nieuws uit het land van Waes. De vijand heeft er zijne cavalerie in geworpen en kan er veel geschut heenvoeren, maar de forten zijn sterk; wij zenden er kanonnen en levensmiddelen heen. De tocht moet heel lastig geweest zijn door eene vergissing van de gidsen, de duisternis en het slijk; als de soldaten graaf Willem, toen hij in den modder vast zat, niet in een schuitje hadden getild, was er van de heele onderneming niets terecht gekomen. De vijand is dadelijk op den loop gegaan. De heer van BeverweertGa naar voetnoot1) is naar graaf Willem gaan kijken en Jan van den BoschGa naar voetnoot2) is er door Z.H. heengezonden. - De Kardinaal Infant is te Antwerpen, waar men zeer ongerust is. De Koningin MoederGa naar voetnoot3) wil naar Spa en heeft den Kardinaal om 70000 pond gevraagd. - Chastillon is nog altijd bij S.t Omer, maar heeft twee regimenten verloren, die zich lafhartig aan de Spanjaarden hebben overgegeven. Deze hebben 1500 man en veel kruit in de stad weten te brengen. - Wij liggen hier nog steeds te wachten. Z.H. is gezond en vroolijk. A Noordgeest, le 16e de Juin 1638. |
|