Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1820. Aan graaf Johan Maurits van NassauGa naar voetnoot5). (K.A.)Het verheugt mij, dat ik dikwijls iets van u hoor of door een brief van u aan mij, of door brieven aan uw broederGa naar voetnoot6). Ik heb BodecherGa naar voetnoot7) weinig gezien, maar hij houdt zijne betrekking te Leiden, is een knappe jonge man en schrijft goed. Uw huis hier zal dezen zomer wel tot dicht bij het dak zijn opgetrokken; mijn tuin zal wel wat onvrij worden door de hooge vensters, maar dat is niet erg. Mijne kinderen groeien flink op. A la Haye, le prem.r d'Apvril 1638. |
|