Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1579. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*De wind blijft maar steeds in den verkeerden hoek. De Kardinaal Infant is uit Brussel vertrokken naar het land van Waes. Er zijn nu in Vlaanderen 16300 man van den vijand, vooral in Waes en bij Hulst. Brussel is bijna geheel van troepen ontbloot en men is er bang voor de Franschen, die pas vlak bij Mons drie compagnieën ruiters verslagen en veel buit gemaakt | |
[pagina 246]
| |
hebben, die zij brachten naar Barlaymont en Mareul, welke plaatsen zij versterkt hebben. Zij hebben ook een sterk kasteel bij Binche bezet. Het beleg van Landrechies duurt nog voortGa naar voetnoot1). De vijand gelooft, dat Z.H. het gemunt heeft op Breda, Blokkersdijk, of Hulst; hij wordt ook geacht te denken over eene overrompeling van Geertruidenberg, Willemstad, Axel, het fort van Rees en Ysendijk. ‘Je supplie tres-humblement V. Alt.e de vouloir faire mesnager mes lettres, sans que chascun les voye, et qu'au retour elle me fasse la grace de me les faire restituerGa naar voetnoot2).’ De troepen van PiccolominiGa naar voetnoot3) zijn voor een deel teruggeroepen; een ander deel is gezonden tegen den maarschalk de ChastillonGa naar voetnoot4). Graaf Hendrik van Friesland is uitgetrokken tegen de garnizoenen van Geldern, Stralen en Gennep; er is nog geen bericht. A la rade de Rammekens, le 18e de Juillet 1637. |
|