1571. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Den 9den zijn wij tot de Plaate gekomen, den 10den tot het Slaak, den 11den tot Goes en nu tot hier, waar wij door kanongebulder van de oorlogsschepen werden verwelkomd. Ook hier wordt geklaagd over het slechte gedrag der cavalerie; de boeren hebben zich gewapend en reeds verscheiden ruiters gedood. Uit Brussel wordt bericht, dat er vele troepen naar Vlaanderen worden gezonden, waar de vijand nu 14000 man infanterie en 2100 ruiters heeft. Men verwacht elken dag de hulptroepen van Piccolomini. A la rade de Rammekens, le 12e de Juillet 1637.