Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

1554. B. de Witte³⁾. (A.B.)

Den brief van Z.H. aan den luitenant-admiraal Van Dorp⁴⁾ heb ik aan den equipagemeester Maerten Thijsz⁵⁾ gegeven, om hem te overhandigen; toen deze daarvoor geen gelegenheid had, heb ik hem ter hand gesteld aan den raadsheer Johan de Moor⁶⁾, die hem medeneemt naar Vlissingen. Middelb., den 23^en Meij 1637.

3) Zie I, blz. 303.

4) T.a.p., blz. 163.

5) Misschien dezelfde, die in dienst der West-Indische Compagnie zich in 1631 onderscheidde in de Bahia, later in Zweedschen dienst ging en in den adelsstand werd verheven.

6) Hij was een zoon van den vice-admiraal Joos de Moor en was schepen, raad en burgemeester van Vlissingen en gecommitteerde raad ter admiraliteit van Zeeland.