Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1539. S. van HaersolteGa naar voetnoot4). (H.A.)Uit den bijgaanden brief van mijn zoon blijkt, dat vele ongelukkige menschen met den ondergang bedreigd worden. Het zou dus niet kwaad zijn, als Z.H. aan den graaf van WaelGa naar voetnoot5), die de troepen des Keizers in Westphalen commandeert, schreef, dat het graafschap Lingen neutraal is en dus niet lastig gevallen mag worden. De rechter van LingenGa naar voetnoot6) is bij den graaf geweest, die met alle respect over Z.H. spreekt, en dus wel zal willen zorgen, dat het graafschap ‘van foulen ende exactien vant Keiserlicke ende Westphalische crijchsvolck mach werden bevrijt.’ Er mag wel wat gedaan worden voor de onderdanen van Z.H. daar, ‘d'welcke zedert hett jaer 1633 meer hebben opgebracht als de graefschap Linghen in eigendom halff weert is’, zoodat zij nu verarmd zijn. Zwol, den 3 April 1637. |
|