Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1479. Aan J. WicquefortGa naar voetnoot3). (K.A.)Waarom schrijft Barlaeus mij niet en moet ik van anderen de onaangenaamheden hooren, die hij thans heeftGa naar voetnoot4)? Ik heb de verdediging van een derde gezien tegen den anonymus, die hem heeft aangevallen. Hij moest mij schrijven, of houdt hij mij soms voor den anonymus? Zijn epigram, waarover de quaestie loopt, ken ik niet, maar de heer van Myerop van de rekenkamer heeft mij een tweede laten zien en ik heb naar aanleiding daarvan het ingesloten versje geschrevenGa naar voetnoot5). Ook zal ik hem een 100 kleine puntdichten zendenGa naar voetnoot6). Au camp à Sprangh, le 13e d'Octobre 1636. |
|