Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1429. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Z.E. is gisteren in het leger gekomen. De ziekte heerscht hier nog altijd, maar minder hevig; de jonge kapitein de Bie is er door aangetast en men zegt, dat hij op het schip, dat hem zou vervoeren is gestorvenGa naar voetnoot2). De Landgraaf is hier en is zeer aardig door den heer van Brederode ontvangen. Men zal zijne memorie aan de Staten opzenden. De heer GoltsteinGa naar voetnoot3), gezonden door den hertog van Bouillon, kwam hier met uittreksels uit brieven, den 27sten te Luik geschreven, ‘qui disent qu'on escrit d'Arras, de Cambray, de Mons, et de Valencienes, nou pas que l'armée françoiseGa naar voetnoot4) auroit esté absolument mal menée, mais qu'en toute apparence elle auroit eu du pire, et que repoussée en deçà la Somme en assez de confusion, elle retourneroit en ça, ayant rompu les ponts apres elle, et commençant si fort à se desbander, qu'à peine de trois regiments en pourroit on faire un bon. D'autres veulent specifier, que ceux de S.t Quentin auroyent defaict un convoy de l'enemy et faict butin de 500 chevaulx.’ Au camp à Lith, le 30e d'Aoust 1636. |
|