Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1306. D. de Wilhem. (L.B.)Ik zal u niet meer zoo dikwijls schrijven, want ik heb toch weinig mee te deelen. Mijn bloedverwant Mich. de Wilhem heeft mij 40 ℔ betaald voor een vrijgeleide, dat gij aan den bisschop van AntwerpenGa naar voetnoot3) hebt gezonden; ik bewaar het geld voor u. ‘Quod Principis consilium sit, domicellarum Portugalensium fortunam velle concutere, ut eam domum, in cujus possessio ne salus illarum est, relinquere cogantur, non medius fidius reperioGa naar voetnoot4). In isto genere me judice nimis lentus est atque restrictus, in re nummaria dico; periculum enim est in mora. Et quomodo illi extorquebunt, quod D. Maria Belgia habebit in manibus. Hoc negotium perniciosi exitus sequentur’. 23 Novb. 1635. |
|