Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1279. Aan D. Heinsius. (K.A.)Ik wacht op uw antwoord aan Balzac en FavereauGa naar voetnoot3), wier stukken ik u zond in het begin van September. In Leiden kan uw stukGa naar voetnoot4) wegens de pest niet worden overgeschreven; ik gaf het aan den klerk van Rivet. Deze heeft de Hebreeuwsche en ik de Grieksche woorden ingevuld. De brieven van beiden moeten er aan worden toegevoegd, en den laatsten brief van Balzac aan mijGa naar voetnoot3) moet gij nog lezen. Panderae in castris, ipsis Cal. (1) Novemb. CIƆIƆCXXXV. |
|