Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1189. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Graaf Willem heeft een ravelijn genomen tegenover het fort en er 500 man in gelegd; hij hoopt het te behouden. Er is bevel gegeven, ook aan de overzijde van de Waal eene versterking op te werpen, die het den vijand lastig zal maken, en het kwartier van graaf Willem is goed versterkt. Ons leger is nu te Panderen, waar Z.E. morgen heengaat. Sergeant-majoor CassiopijnGa naar voetnoot2) is met 13 compagnieën ingescheept, om hulp te brengen aan Heusden, Worcum, St. André, Voren, Crevecoeur, of waar het elders noodig is. Het is niet waar, dat de bezetting van Breda met 6000 man versterkt is. Uit Wesel en Rees wordt bericht, dat het vijandelijk leger zich ophoudt bij Geldern en Goch. A Nimmeghe, le 3e d'Aoust 1635. |
|