Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1169. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Het is zeer onaangenaam, dat mijne brieven zoo slecht overkomen. Eergisteren verspreidde zich in het leger, dat op marsch was, het gerucht, dat de vijand ons aanviel; Z.E. liet halt houden en front maken, maar het bleek slechts eene schermutseling te zijn bij de achterhoede der Franschen, die aangevallen werd door Croatische ruiterij. Gisteren middag ontstond weer hetzelfde gerucht en van morgen nog eens. Het geheele leger kwam onder de wapenen, maar het waren weer alleen de Croaten, geen infanterie, die, naar men zegt, met graaf Jan nog ver af is. Van middag hebben Fransche soldaten, die een kasteel plunderden, een lesje gehad van de Croaten. De markies van Aytona belegert Diest, waar Z.E. 36 compagnieën onder kolonel WynbergenGa naar voetnoot4) heeft achtergelaten. Au camp à Neer, vis à vis de Rurmonde, le 12e de Jullet 1635. |
|