Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1166. Aan prinses Amalia van OranjeGa naar voetnoot7). (H.A.)Sedert den 6den, toen ik het laatst schreef, zijn wij voortdurend op marsch geweest in de richting van Diest, bij welke stad wij gisteren de Dever zijn overgetrokken, de Franschen aan de ééne zijde en wij aan de andere. Wij zijn nu gelegerd dicht bij Beringhen en vertrekken morgen vroeg om 3 uur, om naar Weert te gaan. Vandaar zullen wij naar Roermond trekken, om de legers te doen uitrusten, waaraan vooral het Fransche groote behoefte heeft. Sommigen wilden liever in de buurt van Boxtel blijven, maar dat zou de provincies te veel belasten. De vijand laat zijne troepen terugkeeren naar Breda, Geldern, Steffensweerdt en Gulik. Eindelijk hebben wij brieven uit den Haag gekregen, vier te gelijk. De verbinding is slecht, daardoor zijn ook vele van mijne brieven niet overgekomen. Au camp pres de Peer, le 9e Jullet 1635. |
|