Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1151. A. PloosGa naar voetnoot2). (H.A.)Den uwen van den 14Ga naar voetnoot3) is my wel behandicht; bedancke UEd. voor de affectie in regard van SaechgmanGa naar voetnoot4), sed jura vigilantibus scripta. De elende te Thienen voorgevallenGa naar voetnoot5) bedroeft vele luiden. In de eerste furie was het chrygsgebruick ende en conde niet gestuyt werden; is alleene de opiniastreté van eenen Spaignaert te imputeren; de twede ravage etc. is bedroeffelyck ende nyet excusabel. De Papisten soecken het te exaggereren boven t'gene tot Neerden ende elders voor desen gepleecht isGa naar voetnoot6), dan en considereren nyet, dat dit niet alleen met adveu, maer voergaende ordre ende last van de officiers des Conincx geschiet is, ende t'andere in weerwille, tegens ordre ende tot leetwesen van de respective generaels, tusschen beyde t'welcke groot onderscheyt te maecken staet, hoewel van harten gewunscht werdt, dat het nyet gebeurt ende geen onderscheyt behoufden gemaeckt te hebben. At quod factum infectum iri nequit. In onse provincie is goet gevonden twe male ter weke des avonts bede-predicatien te laten doen; Haere Ho. Mo. schryven aen allen, eenen te willen ordonneren. Wt Brussel is advis, dat een pincke van Cales was gecomen, gesonden van twee 's Coninx couriers; versoecken een schip van oorloge tot transport. De byeencomste van Hollant was beraempt tegens huiden, sonder dat eenige nieuwe poincten syn beraempt. Ick werdt genecessiteert om t'publiek ende particulier van hyer te gaen. Myn gemoet perst my hyer te blyven, totdat men wat wyders int spiegel van de gemeene sake sal connen sien. Res versantur in summa crisi; men wil my versekeren, dat het alleen hangt aen Brandenburg, off den genan van den administrateur van Magdenburg het tractaet met Saxen | |
[pagina 77]
| |
mede sullen aennemen, ofte niet. Off by Brandenburg de courage, beleyt ende middelen of macht sal bevonden werden, leert den tyd, alsmede wat L daertoe sal connen contribueren. Velen van de Staten Generael oordeelen op t hoochste nodich t'gene S.E.e aen D:611: voor desen geschreven ende hy alhyer voor anderhalf weke aen DuvenvoordeGa naar voetnoot1) cum consorten gecommuniceert heeft, ende wtgestelt was door de langsaemheyt in mynen vorigen vermaent. Aen PauGa naar voetnoot2) is iterative ende ernstich geschreven opt voorss. subject, ende werdt seer geclaecht, dat de persoon, daerby denselven Pau besoigneert, tot solagement aen d'eene zyde ende diversie aen d'andere, den text ende sin van tgene by hem so hoochlyck is geexaggereert ende voor desen als met trompetten wtgeblasen, niet nacompt. Het is een groot poinct, waerop nacht ende dach peynse, ende waerover in een gestadige inquietude met velen van de Staten Generael ende van Hollant en anderen ben. Men hoopt, men verwacht, men verlangt. Fronte capillata, caet. Het gaet noch al redelyck, so lange het duyrt, met g 4 L. Vele van 9 menen, dat dit den neep sal geven. 103 soeckt de sake cunctando te mainctineren, wachtende midlertyt op hulp, waeraen men nyet twyffelt, t' zy wat vroeger, t'zy wat later. Knuyt, sive ille sit Mercurius Gallicus, sive castrensis, is wel, heeft van den 17en aen VosbergenGa naar voetnoot3) geschreven, die het oock aen Duvenvoorde en NoordwyckGa naar voetnoot4) cum socijs gecommuniceert, ende werdt in alles d'intentie, by hem overgeschreven, voor sulcx, als hy schryft, aengenomen ende nagecomen, hoewel syn schryvens - waerop wat gemurmureert is geweest - nyet en is gemunieert geweest, als men gewoon is Pau ende JoachimiGa naar voetnoot5) ende diergelycke personen mede te deylen. Vosbergen met den cameraet van CoendersGa naar voetnoot6) syn desen naernoen naer de hooffstadt van de Veluwen gegaen, om morgen naernoen aldaer te vynden de veldmaerschalckGa naar voetnoot7), die daer verscheyden is, ende datelyck weder terugge sal gaen. CulemborgGa naar voetnoot8) is absent, werdt in twee en drie dagen verwacht; alle zyne andere cameraden syn by de handt, wtgesondert den diabolo volanti, so sommige die noemen, ende beducht zyn, dat, so niet toesiet, wel t'eeniger tyt mocht werden diabolo pendenti. Van t secours wt Duytslandt is geen seker advis. Wt Brabandt is geadviseert, dat een groot heer wt ons leger met convoy te Bergen soude syn gecomen, dootlyck gequest. Wyders, myn Heere, den nieuwen ritmeester, mijn landtsman, cousin germain van den heere van AmerongenGa naar voetnoot9), schryft my op gisteren zyn embarassement ende perplexiteyt, daerinne hy sich tegenwordich bevyndt, aen de eene zyde hem prickelende syn debvoir, om by syne compagnie te wesen, waertoe hy mede groote inclinatie heeft, aen de andere syde werdende opgehouden door syne bekende sake, waervan hy tot geen eynde can geraecken, sulcx dat hy syn matresse, by hem nu eenigen tyt geweest, welGa naar voetnoot10) moste medenemen, t'welc periculeus ende niet doenlyck, off later binnen s landts | |
[pagina 78]
| |
perikel moet lopen van dat die hem weder ontvoert mochte werden, continuerende de opiniatreté van den vader, ende contenderende gerechtelyck den anderen corrivael om haer te hebben, t'welck evenwel geoordelt werdt animo calumniandi te geschieden, hoewel dat hy ample procuratie daertoe heeft gepasseert. Den voorss. ritmeester claecht, zyn verloff wt is, versoeckt myne raet, dien ick niet can geven, ende intercessie tot excuse van continuatie van syne absentie. Hebbe de vrymoedicheyt nyet aen zyne F.D.t daerover te schryven, connende oock dese brieven op een geheel ongelegen tyt opcomen’. Wilt gij er eens over spreken, zoodat ‘syne absentie hem nyet en mochte schadelyck wesen ende tot ongunste opgenomen werden, denckende dat dusdanige saecken van matrimonie maer eens ordinarie int leven geschieden ende iemandt wel of qualyck connen doen’. Wilt gij den graaf van Solms groeten? Ik heb in lang niets van hem gehoord. 19 Juny 1635Ga naar voetnoot1). |
|