Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1137. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Wij zijn nog hier, omdat er nog niet genoeg levensmiddelen bijeen zijn, maar morgen trekken beide legers de Maas over. Z.E. heeft nog maar de helft der Fransche infanterie in oogenschouw genomen, nl. de troepen van maarschalk de BrezéGa naar voetnoot5). Zij zien er bijzonder kranig uit en in het gevecht tegen prins Thomas heeft de helft der musketiers geen gebruik gemaakt van vuurwapens, maar is met den degen op den vijand losgestormd. Dat vertelden mij de graaf van Feria, dien ik een bezoek bracht, en Don Carlos van Oostenrijk, een bastaard-neef van den Keizer. De vader van Don Carlos is de graaf van Benevente, die 15 zonen had, waarvan 13 ‘maistre de camp’ zijn | |
[pagina 72]
| |
geweest, en van deze zes generaal, en verder twee Jezuiët. Z.E. liet beide heeren gisteren complimenteeren. Prins Thomas schijnt in Namen te zijn. Z.E. en de maarschalken zien elkander telkens. Au camp à Meerssen, le prem.r de Juin 1635. |
|