Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 66]
| |
1122. A. Ploos. (H.A.)Mijne brieven hebt gij zeker ontvangen. ‘De heere CamerariusGa naar voetnoot1) heeft gisteren publicque audientie gehadt ende datelyck met gecommitteerden een conferentie, by dewelcke hy door expres aenschryvens van den heer cancelaer OxensternGa naar voetnoot2) genotificeert heeft den voortgang vant tractaet van den vrede tusschen den Keyser ende SaxenGa naar voetnoot3), dat het eerstdaechs soude werden gepubliceert ende geme[in]Ga naar voetnoot4) werden, tot Wenen al gepubliceert was, dat den PhaltsgraveGa naar voetnoot5) was geexcludeert ende gefrustreert van syne goederen ende electorale digniteyt, ende alleenlyck een jaerlicx onderhoudt soude toegeleyt werden - waervan van hyer notitie door den heere JoachimiGa naar voetnoot6) aen den Coningh van Groot Brittannie gegeven werdt - waeren mede ge[e]xcludeert alle die de actien van Wallesteyn hadden gecoopereert. Verhalende voorts de heeren Camerarius door ordre als boven, dat den cancelaer vermeenden, dat de aenstaende vergaderinge te Brunswyck de goede sake op de been ende goet soude houden, met versoec, men wilde van hyer sonderling by den Churfurst van BrandenburgGa naar voetnoot7) goede officien doen, waertoe noch nyet en is geresolveert. Den voorss. vrede sal doen so grooten macht van volck - daer Duytslandt mede beladen is - elders emploiereu. Manheim is belegert, Vranckryck schynt alleene ripam Gallicam te willen mainctineren; nae alle apparentie sal dat ryck geen werck ontbreken. Alsnu begint men op Sweden te queruleren, dat aen Saxen het directorium nyet gelatenGa naar voetnoot8), dat denselven geweygert ende Banier gegeven het stift Magdeburg, dat de veroverde plaetsen aen de Crone ende Ryck van Sweden heeft doen sweren.’ Aan PauwGa naar voetnoot9) is gisteren geschreven, dat hij moest aanhouden; zijne houding werd door Holland geprezenGa naar voetnoot10). |
|