Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1026. Aan N.N.Ga naar voetnoot2). (K.A.)Bij mijne terugkomst uit het leger vond ik uw pakje en tevens den brief van den heer Milander. Vriendelijk dank voor alles, wat ge mij uit Spanje meedeelt; de heer Van der BurghGa naar voetnoot3) zal u zeker al gezegd hebben, hoezeer Z.E. die mededeeling op prijs stelt. Gij zult mij verplichten, als ge mij ook in het vervolg wilt melden, wat voor belangrijks u overkomt. Mijne gedichten verdienen uwe lofspraak niet, al verheugt het mij, dat gij en Barlaeus ze goedkeuren. Barlaeus heeft mijn vers op het cabinet van SmithiusGa naar voetnoot4) nog niet beoordeeld; zelf is hij met belangrijke werken bezig. A la Haye, ce 17e d'Octob. 1634. |
|