Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend979. A. Ploos. (H.A.)Aangaande de propositie der heeren André en Schonenburg is besloten, ‘dat de respective gecommitteerden de copyen des begerende gelevert sal werden ende aen den hogen chrychs-rade geschreven, Haere Ho. Mo. te willen informeren ende bericht geven van de proceduren jegens PolmanGa naar voetnoot4) aengeheven. Die van Vrieslandt ende Groeningen hielden aen op surcheantie van dien, dan te vergeefs.’ Met twee raden van Friesland heb ik gesproken over de militaire jurisdictie aldaer; zij zeggen, dat er zoowel ‘int crimineel’ als ‘int civil’ voor militairen preventieve gevangenis wordt toegepast. Wat onze gezanten in FrankrijkGa naar voetnoot5) betreft, hoor ik, ‘dat den heere Pau op S.r HeuftGa naar voetnoot6) nyet wel tevreden en is, dat hy een secrete sake onbekent met den heere van SomersdyckGa naar voetnoot7) verhandelt, gelyck mede nyet wel tevreden en is van dat de procuratie om het gelt te ontfangen op EuskerckenGa naar voetnoot8) ende Heuft gedepescheert is.’ Het ‘rappel’ van den gezant de BeaugyGa naar voetnoot9) hebben zij eerst door Euskercken gehoord. ‘Van wegen de Generaliteyt is geen compagnie waertgelders gelicht.’ De Beaugy is van avond weer uit Amsterdam teruggekeerd. Hage, den 12en Aug. 1634. |
|