Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend962. Oedylya JuniusGa naar voetnoot3). (H.A.)Mijn man heeft eindelijk tijding van onzen zoon Willem ontvangen; ik zend u den brief, om er gebruik van te maken bij Z.E. Als moeder kan ik niet nalaten mij met de zaak te bemoeien. Zeker zit er ook wel achter, dat de luitenant heel gaarne de plaats van mijn zoon zou krijgen, en ik vermoed ook, dat de hertog een pik op mijn man heeft. Geen mensch wordt tot mijn zoon toegelaten en hij schrijft, dat hij wel 100 rijksdaalders aan de armen zou willen geven, als hij zijn vader maar een half uur mocht spreken. Den 23 Yuly ano 1634. |
|