Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

[p. 481]

957. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Wij krijgen juist brieven uit Maastricht. De hertog van Lerma heeft zijne eerste brug opgebroken en door eene schipbrug vervangen; al zijne ruiterij is naar Meerssen vertrokken. De markies van Aytona is met al de infanterie gelegerd te Haren en heeft eene brug gelegd bij het klooster van Hocht. De hertog van Lerma heeft een ravelijn gemaakt aan den kant van Brabant. Naar Limburg heeft de hertog van Bouillon vier compagnieën gezonden. Wij blijven nog hier, want wij weten niet, wat de vijand eigenlijk wil. Uw brief, geschreven op het verzoek van den heer de Hauterive¹⁾, is hier aangekomen en wordt met de anderen verzonden. A Nimmeghen, le 16^e Jullet 1634.

1) Zie blz. 295.