Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

945. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Onder wind en regen zijn wij hier gekomen; de dijk was zoo glibberig, dat eenige wagens o.a. van den Landgraaf van Hessen⁵⁾ en den Prins van Lansberg⁶⁾, naar beneden vielen. De hertog van Bouillon schrijft, dat Argenteau zich den 2^den na 30 kanonschoten heeft overgegeven. Het is schandelijk, want de vesting was van alles goed voorzien. A Nimmegen, ce 6^e Jullet 1634.

5) Zie blz. 454.

6) Zie blz. 363.