Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend927. J. de KnuijtGa naar voetnoot2). (H.A.)Eindelijk is de wind om en kunnen wij van Hellevoetsluis uitzeilen; morgen hopen wij in Frankrijk te landenGa naar voetnoot3). Ik hoor, dat Z.E. van plan is, eenige domeinen ‘in ammodiatie uyt te geven’, en houd dat voor een zeer goeden maatregel, omdat daardoor alle rentmeesters ‘in goede devoiren gehouden worden’. Er moet dan echter gelet worden ‘op de sloten der respective rekeningen, doch voornamentlyck op de rechte waerde van yder pertije daerinne begrepen, van eenige jaren door malcanderen getrocken, niet min als van de ordinaris staende lasten.’ Ik geef dezen mee aan de loodsen. In grooter haeste uijt tschip van den heer Admirael, smorgens ontrent 5 uyren, den 15e Junij 1634. |
|