Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

850. C.B. de Petersdorff²⁾. (H.A.)

Meer dan drie maanden heb ik ziek te bed gelegen, maar toch gewerkt voor de belangen van Z.E. Wat de zaak van de Keurvorstin en de Prinsessen van Bourbon betreft³⁾, heb ik, na mij tot haar gericht te hebben, op bevel van Z.E., ten einde een accoord te treffen, weten te bewerken, dat de Keurvorstin, nu slechts 12000 rijksdaalders eischt, welke som misschien nog tot 10000 zal dalen, en dat de anderen dit voorbeeld wel zullen volgen. Is dat het geval, dan krijgen zij slechts ¼ van datgene waarop zij aanspraak konden maken. - Wat het graafschap Charny betreft, heb ik naar Grenoble geschreven en gehoord, dat het proces tusschen de afstammelingen van admiraal Chabot⁴⁾ beslist is in het begin van dit jaar. Tusschenkomst is niet mogelijk; er moet een directe eisch worden ingesteld en dat kan alleen met de origineele stukken, vooral aangaande de beweerde schenking van Philiberte van Luxemburg⁵⁾, die ook gediend hebben bij het proces, dat Prins Willem indertijd verloren heeft. Die stukken moeten teruggevonden worden. - President Saive⁶⁾ heeft weten te bewerken, dat de rapporteur van het proces over de rente van 4961 ℔ een voorloopig arrest in zijn voordeel heeft gewezen. Dat is niet geschied door zorgeloosheid van mijne zijde, want ik heb er steeds voor gewerkt, dat de beslissing zou worden uitgesteld. Maar, volgens vele advokaten, is dit vonnis niet zoo, of men kan nog een goed resultaat verkrijgen door de volgende middelen: 1^o. Z.E. kan voor zichzelf optreden, terwijl tot nu toe het proces gevoerd is uit naam zijner zuster, de Prinses van Lansberg⁷⁾. 2^o. Er moeten andere stukken uit Holland worden gezonden. 3^o. Behalve de heeren Herault en Fenou moet er iemand te Parijs zijn, om voor deze zaak te werken en ook in het proces tegen Mevr. d'Elboeuf⁸⁾. Ik wil wel naar Parijs gaan, om den daarvoor aangewezen man van alles op de hoogte te stellen. Als het eerste proces gewonnen is, zal Mevr. d'Elboeuf zich

2) Uit dezen langen brief van 9 dicht beschreven bladen folio maakte Huygens een uittreksel, dat aan den brief is toegevoegd.

3) Zie blz. 388 en 412.

4) Zie de genealogie tegenover blz. 389.

5) T.a.p.

6) Zie blz. 389.

7) Zie blz. 416.

8) Zie blz. 389.

[p. 433]

verder niet durven verroeren. 4^o. Z.E. moet zelf zijne zaak aanbevelen. 5^o. Den heer de Bougy, zwager van den rapporteur Parfaict, moet te kennen worden gegeven, dat men er boos over is, dat de zaak op die wijze en zoo haastig beslist is, opdat Parfaict zijne fout kan doen herstellen door zijne vrienden, die nog zitting hebben in de Chambre de l'Edict, waar hij zelf nu uit is. 6^o. De president dier kamer is na verwant aan den heer van Langerack¹⁾: Euskercken²⁾ kan er werk van maken, of men kan aan den president schrijven. 7^o. Men kan over de zaak spreken met den heer de Charnacé³⁾ en haar op die wijze ter kennis brengen van den Kardinaal.

Zelfs als de zaak verloren wordt, kan de tegenpartij niets winnen dan het kapitaal en de achterstallige rente van 5 jaren, samen hoogstens 2000 écu's, en over die rente kan men nog twisten, omdat zij in het contract bepaald is op 10%, wat in Frankrijk tegen de wet is. Als er eene overeenkomst tot stand komt, moet men die schuld op den Koning van Spanje schuiven, als erfgenaam van de Prinses van Bourgogne⁴⁾, voor wie zij gemaakt is door Prins Jean de Chalon⁵⁾. Men moet een uittreksel vinden van het contract tusschen de Aartshertogen en den Prins van Oranje over de zoutgroeven; dat kan tegen Saive te pas komen. Met alles moet haast gemaakt worden. Ce 24 9br (Nov.) 1633.

1) Zie blz. 51 en 416.

2) Zie blz. 421.

3) Zie blz. 387.

4) Zie blz. 392 en 415.

5) Zie blz. 390.