Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend843. Aan Frédéric, graaf de LavalGa naar voetnoot4). (K.A.)Het spijt Z.E., dat gij zijn raad verkeerd uitlegt; hij wil gaarne uwe zaak in orde brengen, maar dan moet gij wachten, totdat hij in den Haag terug is, wat over twee of drie dagen het geval zal zijnGa naar voetnoot5). Wilt gij weggaan, dat moet gij weten. Maar hij wil, als oom, u gaarne helpen. De zaak zal wel niet zoo erg zijn, als gij denkt, en die bedreiging van verbeurdverklaring van goederen zal wel niet zoo gemeend zijn. Z.E. wil u dus helpen, maar gij moet niet overdrijven. A Middelb., 6e de Nov. 1633. |
|