Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend828. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*De vijand is nog altijd in de buurt van Diest, Meerhout, Vorst, Mol, Balem en andere dorpen, van welke sommige aan Z.E. hooren; dat belooft dus niet veel voor de opbrengst van ditjaar. De ritmeester Teun van SomerenGa naar voetnoot9) heeft gisteren vele paarden buitgemaakt en den luitenant van zekeren Keteler gevangen genomen, die vroeger gevlucht is, na zijn kapitein te hebben willen dooden, en nu bij den vijand dient. Graaf JanGa naar voetnoot10) zou willen, dat Z.E. dien vluchteling genade schonk, maar daarop is geen kans. De heer van der Straten, bij het fort de Ster in de keel gewond, is geheel hersteld; hij is woedend over het lafhartige overgeven van de schans. Au camp à Dommelen, le 21e de Sept. 1633. |
|