Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend805. C. BarlaeusGa naar voetnoot7). (L.B.)Ik ben hier bij de bruiloft van uw bloedverwant SchonckGa naar voetnoot8); wat is het jammer, dat gij wegens ongesteldheid niet van de partij kunt zijn. Hierbij gaan een paar exemplaren van mijn Poematium in ducatum LimburgicumGa naar voetnoot9); Rheno-Berca captaGa naar voetnoot10) zal spoedig volgen. De overwinningen vau den Prins volg ik op den voet. De bruiloft was heel vroolijk. ‘Si iudicium istud meum de Statera pacis et belli vidisti, scito illud me | |
[pagina 412]
| |
inscio excusum esseGa naar voetnoot1). Non debebant privatae amicorum literae inconsultis autoribus in lucem edi. Valde me haec res offendit Ego D. Puteano amicissimus sum, nec cupiam illum meo iudicio gravari.’ Lugd. Bat., XXIII Jul. 1633. Zend een exemplaar van mijn gedicht aan den heer van der Myle. |
|