Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend789. C. MuschGa naar voetnoot2). (H.A.)‘Op U Ed. missive van den 9 deses, my den 13 daeraen volgende behandicht, sullen dese weinich regulen tot antwoort dienen, dat ick de saecke noopende d'executie van de licenten voor de goederen, aenbehoorende Haer Hoocheit d'Infante van Spagnen, sulx hebbe gesolliciteert, dat dies aengaende egeen swaricheit en sal vallen, t'welck U Ed. huisvrouwe oock hebbe laten aendienen, daervan U E. sal gelieven rapport te doen daer t'behoort. - Hier neffens gaet dubbelt van de commissie, die Haer Hooch Moog. hebben laten depescheren voor Leonard Pelser als meijer van LimburchGa naar voetnoot3). Hy doet groote debvoiren om deselve uyt myne handen te becoomen, daerinne hy by veele heeren wert gesecundeert, dan ick bevinde t'uytgeven van dien bedenckelick, omdat U Ed. my heeft geseit, dat de collatie van dien staet aen den Heer Gouverneur van Limborch, t welck jegenwoordich is myn Heer de Prins van Oragne. Ende om met de beste middel hierin te remedieren, dunckt my, dat het best soude sijn, volgens den voorslach tusschen ons beyden beraemt, dat syn Ex.tie commissie op den voornoemden Pelser gelieffde te doen depescheren, ende dat U Ed. my deselve gelieffde te laten toecoomen, ende deselve in handen hebbende, en soude niet twijffelen, off ick soude middel weeten om de commissie, by de Heeren Staten Generael gegeven, met derselver believen ten register te doen roijeren, ende de saeck daerby te laten berusten. - U Ed. sal wel doen van aen mij te stueren een lyste van d'officien, die staen tot collatie van den Heer Stadthouder Generael van Limburch, gelyck U Ed. hier synde gerade[n] vonde, ende deselve becoomen hebbende sal wel sorge dragen, dat sulcke ofte diergelycke abuisen niet meer en coomen te geschieden, die andersints souden cunnen gebeuren, want my is een wint voorby de oren gewayt, datter weder een vacant soude syn geworden, doch en weete hiervan het rechte bescheedt niet; in allen gevalle sal daer alhier niet ungedaen worden, al stonde schoon de plaetse, die vacant | |
[pagina 406]
| |
soude moogen syn, ter dispositie van de Heeren Staten Generael, voor en alleer dat ick gecertioreert sal syn van den inhout der voorss. lijste. - De commissie op den meyer can wel verleent worden by Syn Ex.tie, al isset schoon dat de commissie van syn Ex.tie selffs onder my berust; ick hadde geerne gesien, dat de heeren van HeemstedeGa naar voetnoot1) ende de KnuytGa naar voetnoot2), herwaerts gaende, geauthoriseert waeren geweest, om syn Ex.tie den eedt aff te nemen; ick hebbe daertoe debvoiren gedaen, gelyck sy selffs beyde sullen cunnen getuigen, dan op het formeren van de resolutie off commissie van dat de gemelte heeren derwaerts souden gaen, was soo groote deliberatie om de saecke ten principaele selffs, dat nergens anders op werde geresolveert. De oorsaecke van haere comste is principaelick de deliberatie op t stuck van de trefves ende noch eenige andere van minder importantie. Ick en sie nu egeen apparentie tot den trefves, ende het is den landen dienstich, dat die van d'andere syde de conditien soo hart stellen, dat niemant van de regieringe, hy sy daertoe gesint, ofte niet, met goeder conscientie de trefves soude cunnen aengaen op het voorstel van die van d'ander syde, want hebbe met veele gesproocken, die daer meest toe syn gedreven, dan en cunnen den trefves nu niet meer hinderen.’ In den Hage, den 15 Juny 1633. Spoedig hoop ik antwoord van u te krijgen en ook de commissie. |
|