Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend702. Aan D. MolinoGa naar voetnoot4). (K.A.) It.De Heer VicoGa naar voetnoot5) heeft mij uwe geschenken aangeboden, wat mij zeer vereert, omdat daaruit blijkt, dat gij u mijner nog herinnertGa naar voetnoot6). En nu ik mij aanstelde als Phaeton, om de heilige mysteriën der Toscaansche poëzie te naderen, had ik eerder eene bestraffing verdiend dan eene gunst. Het werkje van FagianoGa naar voetnoot7) vind ik zeer geleerd en scherp, en de dichter schijnt mij te vergelijken met MarinoGa naar voetnoot8). Petrarca is wel verscheurd na zijn dood, maar zoo verdedigd, dat hij nog meer levend te voorschijn is gekomenGa naar voetnoot9). Hier te lande wordt hij zeer geëerd, evenals in Frankrijk en Engeland. 1632Ga naar voetnoot10). |
|