Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend670. Aan G. Vossius. (K.A.)Geen brief van Barlaeus heeft mij ooit meer genoegen gedaan dan die, welken gij mij toezondtGa naar voetnoot5). Als ik het niet vooraf geweten had, zou ik aan dien brief niet gemerkt hebben, dat de schrijver geestelijk ziek is. Zorg toch goed voor hem! Over het verzoek, dat hij tot mij richt, schrijf ik hem. Ook Van der Myle en Ploos willen gaarne helpen. Hag. Com., 15 Cal. Aprilis (= 18 Maart) 1632. | |
[pagina 346]
| |
Hartelijk dank voor het zenden uwer redevoeringGa naar voetnoot1). ‘Originum librosGa naar voetnoot2), de quibus summam eruditi spem fecere, ego et majorem alo, differs jam nimium din.’ |
|