Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 334]
| |
3 of 4, constituerende den gehelen raedtGa naar voetnoot1), ende proponeerden, behalve de openinge van de consenten, dat se geraden hadden gevonden haeren Ho. Mo. voor te stellen, dat de troupes, onder het commando voor desen van Grave WilhelmGa naar voetnoot2) gestaen hebbende, voor 4 maenden in plaetse van de waer[d]gelders waren aengenomen, dat se in de laetste maendt waeren getreden, item dat de nieuwe regimenten onder den baron de GendtGa naar voetnoot3) ende EerentryterGa naar voetnoot4) mede maer voor eenigen tyt waeren geworven. De twe laetsten heeft men voorby gegaen sonder daerop te resolveren; opt eerst[e] werdt versocht t'advis van zyne F.D., t'welc achte dat gesurogeert(?) sall werden tot zyner Hoochh. F.D. compste alhier.’ Hierbij gaat, wat de gezanten in Denemarken schrijvenGa naar voetnoot5). De heer van BeverenGa naar voetnoot6) is ernstig ziek. ‘Op huiden hebben sich verthoont een goede quantiteyt van vroupersonen voor de camer van Hollant ende van Haere Ho. Mo., versoeckende de wisselinge van de gevangenen, so haere mans, als bloetverwanten tot Duynkercken etc. gevangen sittende, tegens die hier te lande sitten; men will daerinne alhyer niet treden, zynde de laetste wisselinge maer 2 maenden oudt; eenige yveraers beginnen nu te mercken, dat se het landt in etlicke dusent ponden hebben gecondemneert, willen dat men eenige gevangenen soude reserveren ende binnen 's landts senden.’ Hage, den 17 9b. (Nov.) 1631. |
|