Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

[p. 333]

642. Aan E. Cecil Viscount Wimbledon¹⁾. (K.A.)

Z. Ex. heeft mij bevolen met den pensionaris Pauw²⁾ over uw verbrand huis te spreken³⁾; ik zou u raden, vaart achter deze zaak te zetten. Vooreerst toch is er eene voortdurende afwisseling van personen en gezindheden, en bovendien moet de Republiek zekere som uit Engeland ontvangen en zou men, in plaats van u te betalen, misschien een deel van die som kunnen afschrijven. Met den heer Thomas Colpepyr⁴⁾ heb ik ook over uwe zaak gesproken. Het schijnt mij noodig, dat uwe eischen eenigszins gematigder worden; alleen de steenen b.v. te berekenen op meer dan 12000 francs, is toch wel hoog.

‘Je vous prie de recevoir joinct à cettes la copie des marches corrigée par un grand musicien de ces pais. Au commandement de feu Monseigneur le Prince d'Orenge je fay debvoir de recouvrer celles de la trompette avec tout ce que je puis de diligence⁵⁾. Mais ceux dont j'en ay la promesse sont legers comme le vent qu'ils souffent, pour gaigner leur vie musicale.’ A la Haye, 5 Novemb. 1631.

1) Kopie van andere hand. De laatste zin van den brief is uitgegeven door Jonckbloet en Land, t.a.p., blz. 4.

2) Zie blz. 326.

3) T.a.p.

4) Sir John Colepeper († 1660) heeft eenige jaren de Staten als officier gediend - hij heeft o.a. het beleg van Maastricht meegemaakt - werd in 1642 chancellor of the exchequer en heeft ook in het Parlement eene belangrijke rol gespeeld; hij was raadsman van den Koning en heeft den laatsten tijd van zijn leven als balling in de Zuidelijke Nederlanden geleefd.

5) Zie blz. 309.