Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend544. Aan J. van der Burgh. (K.A.)Op hetgeen gij vroeger in 't Fransch geklaagd heb, heb ik in 't Nederlandsch geantwoord en ik doe het dus niet nogmaals in 't Latijn. Gij moet u maar goed houden, waar ge ook zijt; gemoedsrust is het beste. Wat wij gedicht hebben op het vernielen van Petrarca's graf, gaat hierbij. Italianen, nl. CampegiasGa naar voetnoot3) en BonifaciusGa naar voetnoot4), hebben er eerst verzen over geschreven, maar dat is niet veel zaaks. ‘Ignorare genium Latinitatis videntur, quanto propius a Roma distant’. Hagae, 12o 8b. (Oct.) 1630. Hierbij gaat het stuk van den Prins aan uw heer; Z.E. heeft, wegens de reis naar Zeeland, geen tijd gehad er een brief bij te schrijven. |
|