Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

73. Aan D. Heinsius. (K.A.) Lat.

Iets heel geks, dat mij gisteren uit Engeland gezonden is, stuur ik u; gij zult er zeker pleizier over hebben. In denzelfden tijd, dat ik met dien beroemden criticus omging, heeft hij op Schotsche manier een strijd aangebonden met Vorstius³⁾ en nu valt hij op onwaardige wijze de schim van Buchanan aan⁴⁾, wiens gedicht ik naast dat van u stel⁵⁾.

21 Octob. 1619.

3) Nl. Eglisham, die verscheidene pamfletten tegen Vorstius, den professor in partibus, geschreven heeft.

4) In 1618 had Eglisham uitgegeven Duellum poeticum contendentibus G. Eglishemmio medico regio, et G. Buchanano, regio praeceplore pro dignitate Psalmi CIV, in welk boekje hij Buchanan van goddeloosheid, enz. beschuldigde.
George Buchanan (1506-1582) was een beroemd Latijnsch dichter, die o.a. eenige treurspelen heeft geschreven en de psalmen heeft vertaald. Op die laatste vertaling wordt hier waarschijnlijk gedoeld.

5) Zeker Heinsius' Lofzanck van Jesus Christus, 1616.