Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

63. Aan zijne ouders. (K.A.)*

Ik loop hier maar alle dagen rond en weet nog niet, of de Staten zullen beschikken over de ‘commandeuryen’; de zaak behoort niet tot de ‘punten van beschryvinge’. Vandaag is de laatste dag; misschien gebeurt het. ‘Mons.^r

[p. 39]

le Conte Ernest¹⁾ m'a promis d'insister aupres du president, qui est un certain van Eck²⁾, qu'il vueille faire son debvoir à mener l'affaire si avant’ .... ‘Je reçoy beaucoup d'honneur et de courtoisie au logis de ce bon Genade, qui fait pour moy tout ce que luy demande ..... La lettre de Madame la Princesse³⁾, outre celle de mon pere, a fait bonne operation tant envers luy que Mad.^e sa femme⁴⁾, qui me fit l'honneur de m'entretenir longtemps hier apres souper dans sa chambre, comme elle ne fait que sortir de sa couche’. Vandaag zal ik wat muziek voor haar maken; zij houdt daar zeer veel van. Iedereen hier vindt goed, dat ik, tegen den raad van vader, gebruik heb gemaakt van de beide brieven. Er zijn vele liefhebbers en men moet iets wagen. Wordt de zaak uitgesteld, dan zal men zich bij de volgende zitting, in Mei, nog wel iets van de aanbevelingen herinneren. D'Utrecht, ce 30^e de Mars 1619.

1) Graaf Ernst Casimir van Nassau (1573-1632), veldmaarschalk, heeft vele veldtochten van Maurits meegemaakt. Van 1610 tot 1620 was hij luitenant-gouverneur van Utrecht. In 1620 is hij zijn broeder Willem Lodewijk opgevolgd als stadhouder van Friesland.

2) Jhr. Dirk van Eck († 1636), kanunnik van St. Pieter en lid der Geëligeerden, was sedert 1618 president der Staten van Utrecht.

3) Nl. Louise de Coligny.

4) Ernst Casimir was in 1607 gehuwd met Sophia Hedwig van Brunswijk († 1642).