7 18 Jan van Beverley
Naar het Engels? Evenals no. 2 0 3 oorspronkelijk een verhalende tekst in proza, waarvan het scenisch vertelde deel is berijmd en omgezet in een dramatische vorm door een rederijker met ervaring in het schrijven van toneelteksten.
A 1r. | Dit es die historie ende leuen vanden heily- || ghen heremijt sint Jan van Beuerley die sijn || der suster vercrachte ende vermoerde doer in- || gheuen des viants. Also u die historie verclaren sal || (houtsnede). |
A 1v. | (houtsnede). |
A 2r. | (begin van de tekst). |
D 4r. | (einde van de tekst) Amen (houtsnede) Hier es voleyndt datleuen vanden heylygen || heremijt sint Jan van Beuerley. Ende geprent || tot eenen trooste van allen sondaren. In die || prinsselijcke stadt van Bruessel By my Tho- || mas vander Noot In die Steenstrate wonen- || de Inden Zeeridder. |
D 4v. | (drukkersmerk Van der Noot). |
| 1 Nijhoff-Kronenberg 1088 (dit ex. is niet compleet). Voor jongere drukken zie 2 Boekenoogen blz. 39 e.v. Moderne herdruk: 2 Boekenoogen blz. 1 e.v. Voor de inhoud vgl. 1 Te Winkel II, blz. 399; 1 Van Mierlo II, blz. 237 e.v. |
| personen: Jan van Beverley (Die Heremijt); Die Grave; Die Duvel; Colette; Die Paus; Die Jagher; Stemme uuten Hemel; Dat Kint; Bisschop van Cantelberghe. |
| inhoud: 9 Kalff II, blz. 323 e.v. |