4 36 Een Boer die in een calfsvel benaeyt was
8o. 16 bl. 41 rr. sign. A1-8-B1-8; goth. en lat. Ex.: U.B. Amsterdam. Voor een jongere druk vgl. 2 Catalogus dl. II no. 944.
A 1r. | Lacchelijcke || Clvchte, || Van een Boer die in een Calfs- || vel benaeyt was. || (blazoen: wt liefde bestaen = van de Noordwijkse
kamer De Lely onder de doornen) || Ghedruckt tot Franeker / || By Jan Lamrinck / inde Boeckdruckerye. || Anno 1619. |
A 1v. | Dit zijn de namen der || Personagien van 't Spel. (volgt lijst). |
A 2r. | (begin van de tekst van het spel). |
B 7v. | (einde van het spel) Niet te hooch. |
B 8rv. | (Refereyn van een turf-boer in 'tsotte, getekend: Nier (sic) te hooch). |
| personen: Jaep; Diever; Lijntjen; Maeyken; Gijs Willems; Hans; Jaekes; Griet; Meester Eduart. |
| editie: (ged.) 1 Van Vloten II, blz. 26-35; (ged.) 3 Van Moerkerken, I, 59-64. |
| inhoud: 1 van Rijnbach blz.XXIV e.v. |
| N.B. In 2 Garrer blz. 65 wordt de Vitulus van Schonaeus een vertaling van dit stuk genoemd; een tegenovergestelde mening in 1 Worp I, blz. 221 noot 3. |