4 33 Achab
d. Abraham de Koning.
4o. 34 bl. 44 rr. sign. π1-4-A1-4 H1-2; goth. en lat. Ex.: U.B. Leiden.
π 1r. | Achabs || trevr-spel. || Op de Reghel: || Al is de loghen snel /
De waerheyt achterhaeltse wel. || (gravure: Achab dodelijk getroffen) || Tot Rotterdam. || By Jan van Waesberghe de jonghe / || op 't Steygher aende Koren-marct. || Anno 1618. |
π 1v. | (blanco). |
2r. | (opdracht aan Servaes Degens, deken van de Brabantse Kamer; ondertekend:) Abraham de Koning. |
π 2v-π 3r. | (verzen op de dichter en zijn werk, getekend resp.: Trou die Kroont; Raept vreught wt deught; A.F.; A.F. Levende sterf ick.) |
π 3v. | Voor-reden over de navolgende geschiedenisse / || Regum 22 Capittel. (volgt korte inhoud). |
π 4r. | Eer-dicht (getekend:) Tis verloren ghewasschen. || D. Moor. |
π 4v. | Sonnet (getekend:) Cornelis Veeris (?) || Personagien tot dit Spel. (volgt lijst). |
A 1r. | Achabs || Treur-spel. (volgt tekst). |
H 2r. | (einde van het spel) A. de Koning, den 21 Iulij. Anno 1612. || Blijft volstandich. |
H 2v. | Eerdicht oft Liedt (get. Gerrit Martens). |
| personen: Achab; Josaphat; Benhadat; Hador; Sophar; Meladon; Amon; Johanam; Arpharad; Adna; Naeman; Baesa; Hasael; Amanus; Herault Elida; Verkeert Oordeel; Dwaes Voornemen; Zedekia; Ripa; Heman; Mathania; Valsche Gheest; Micha; Rust zoeckende Oudtheyt; Leegh-waghen; Quist-goedt; Lichtmis; Onrust; Jan Rap; Voorzichticheyt; Gherechticheyt; Jesebel; Fame; Kuythaen; Echo; Joas; Een Boer. |
| editie: in voorbereiding. |
| inhoud: 1 Zuidema blz. 159 e.v.; 2 Van Eemeren blz. 127 e.v. |