4 04 Elckerlijc
beschrijving van de oudste drukken: 1 Campbell 301a = 302a, 1 Nijhoff-Kronenberg 754; van deze druk: 1 Nijhoff-Kronenberg 755. Ex.: UBL.
paralleltekst: 1 X 1.
A 1r. | Den spyeghel der salicheyt van || elckerlijc Hoe dat elckerlijc mensche wert || ghedaecht gode rekeninghe te doen || (houtsnede). |
A 1v. | (zelfde houtsnede als A 1r.) |
A 2r. | Hier beghint een schoon boecxken ghe- || maeckt in den maniere van eenen speele. || ofte esbamente (sic) op elckerlijc mensche (volgt de tekst). |
D 7r. | Amen. || Die naeprologhe. (volgt tekst). |
D 7v. | (einde van de naproloog) God heb lof. |
D 8r. | Gheprent Tantwerpen buyten dye || camer poorte inden gulden eenhoren bij || mi Willem vorsterman. |
D 8v. | (drukkersmerk). |
| personen: God; Die Doot; Elckerlijc; Gheselscap; Maghe; Neve; tGoet; Duecht; Kennisse; Biechte; Schoonheyt; Vroetschap; Cracht; Vijf Sinnen; Die Ynghel. |
| editie: 1 Vos, alwaar tevens opgave van de belangrijkste overige uitgaven; synoptische uitgave van alle (vier) bewaarde bronnen: 1 De Haan. Samen met de Mariken van Nieumeghen (en met vertaling in modern Nederlands door Willem Wilmink); 1 Ramakers. |
| inhoud o.a.: 1 Kalff blz. 246 e.v.; 9 Kalff II, blz. 338 e.v.; 1 Worp I blz. 112 e.v.; 1 Van Mierlo II, blz. 242 e.v.; 1 Knuvelder I blz. 288 e.v. |