F 4r. | Het tweede boeck, || vanden || Handel der Amoureusheyt: || Inhondende (sic) verscheyden schoone Spelen || van Zinnen van Narcissus ende Echo, &c. || Poëtelijcken gheinventeert, ende Rethorijckelijcken || ghecomponeert door Heer ende Meester || Iohan Baptista Houwaert. || (vignet als bij het eerste boek) || Tot Rotterdam, || By Ian van Waesberghe de Ionghe op 't Steygher, || aen de Koren-marct. 1621. |
F 4v. | (blanco). |
F 5r. | Namen der Personagiens van 't || eerste Spel. (volgt lijst). |
F 5v. | (gravure: Narcissus bij de bron). |
F 6r. | De prologhe van || het eerste spel. (volgt tekst = gedicht van 12 strofen). |
F 7v. | (einde van de proloog). |
F 8r. | Het eerste spel. (volgt tekst). |
H 6r. | (einde van het eerste spel). |
J 7r. | De prologhe van || het tweede spel (volgt tekst = gedicht in 6 strofen). |
J 7v. | (einde van de proloog) |
J 8r. | Namen der Personagiens van't || tweede Spel. (volgt lijst). Het tweede spel. (volgt tekst). |
L 6r. | (einde van de tekst van het tweede spel). |
M 5v. | De prologhe van || het derde spel. (volgt tekst = gedicht van 6 strofen). |
M 6r. | (einde van de proloog). |
M 6v. | Namen der Personagiens van 't || derde Spel. (volgt lijst). |
M 7r. | Het derde spel. (volgt tekst). |
O 6v. | (einde van de tekst van het derde spel). |
O 7r. | De Naer-prologhe. (volgt tekst van een gedicht van 3 strofen). |
| personen: Cupido; Venus; Jonstich Begheeren, d'Enghele; Narcissus; Diana; Phoebus; Wonderlijck Murmureren; Twee Heeren; Echo; 't Herte van Echo; De Wachter; Narcissi
Schoonheyt; Acteon; Heere van Hyponien; Heraut; Ancxt voor Weder-zegghen; Een Heere; Druck en Spijt; Atropos; Twee Ghebueren; Jupiter; Neptunus. |
| inhoud: zie de aantt. bij no. 1 D 14; een vergelijking tussen deze tekst en die van 1 D 14 bij 4 De Vreese blz. 213 e.v. |