Een ghenuechelyck Spelkens boeck || (lager, met een andere hand:) Jenneken le begue (verder nog allerlei gekrabbel).
fol. 1v.
Desen boeck hoert toe / || Jenneken Le Begge / || Dien windt die brenckten weder || Om God oft hy sal breken zijn || ghebot || (lager, met andere hand:) Dien vinct || Des || Die brenct.