fol. 247r. | Een taefel-spel van || drie personagien || te weten: || 1. Philosophische Scientie. || 2. Poetelijcke Inventie. || 3. Geleerde Eloquentie. || Gespeelt inden jaere 1600. || bij de Witte Acoleijen || van Leijden. op St. Jacob. || over de maeltijt van de || schepens / inde Stadtsdoelen. || no. 17. |
fol. 247v. | (begin van de tekst van het spel). |
fol. 248r. | (einde van de tekst, de rest van het spel ontbreekt; expl. Maer alle het gene dat ghij hier spreken // wilt). |
fol. 248v. | (blanco). |
fol. 299 (lees: 249)r. | Tafel (volgt lijst). |
fol. 249v. | (blanco). |
| (volgen nog 13 bladen, waarvan het laatste blanco en tegen de band geplakt. Ze bevatten spreekwoorden en verschillende gedichten, alles in een jongere hand. Als data komen voor: 1720, 1722.) |
| tafel: 17 Tselfde (= tafelspel) |
| personen: Philosophische Scientie; Poetelijcke Inventie; Geleerde Eloquentie. |
| inhoud: zie inhoudsoverzichten 1 P 17. |