d. Cornelis Everaert.
fol. 171v (166v). | (begin van de tekst). |
fol. 189r (184r). | Amen. |
| tafel: Tspel vanden crych etwelcke spel ic Cornelis Everaert maecte ende stelde anno 15 ende was my verboden te spelene om dat ic te veil de waerheyt in noopte. |
| personen: De Beroerlicke Weerelt; Tyts Benaute; Menich Leeck; Dyveerssche Gheleerde; Gheveynst Bedroch; Lueghenachteghe Fraude; Trauwe; Liefde; Hende des Tyts. |
| editie: 3 Muller blz. 209; (onder de titel 'sWerelds Bestaan:) 4 Van Vloten. |
| inhoud: 1 Kalff blz. 255 e.v.; 1 Muller blz. 433 e.v.; 1 Worp I blz. 116 e.v., 184; 2 Muller blz. 94 e.v.; 3 Muller blz. 593 e.v.; 1 Vanderheijden blz. 219 e.v.; 1 Van Mierlo II blz. 251 e.v. |