J.H. Leopold
(1970)–Jan Hulsker– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
2
Reliëf door Charlotte van Pallandt. | |
[pagina 4]
| |
3
4
5
| |
1865- 11 mei: Jan Hendrik Leopold geboren te 's-Hertogenbosch, als zoon van Martinus Leopold (afb. 3), leraar aan de Rijkskweekschool voor Onderwijzers, en Anna Elizabet Plaat. 15 december: verhuist naar Goes, waar zijn vader directeur wordt van de HBS. | |
1870- 30 augustus: het gezin verhuist naar Arnhem, wegens benoeming van de vader tot directeur van de Kweekschool voor Onderwijzeressen aldaar. In Arnhem doorloopt Jan Hendrik (4) de lagere school en het gymnasium. Hij is de oudste der vijf kinderen (5 en 6). Afb. 7: achter het ouderlijk huis te Arnhem, tweede van rechts, met zijn moeder, tweede van links. | |
[pagina 5]
| |
6
7
| |
1883- Laat zich inschrijven als student in de letteren aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Wordt lid van het Leidsch Studentencorps en van het algemeen literair dispuut ‘Literis Sacrum’. Volgt de colleges van de hoogleraren Cornelissen (Latijn) en Cobet (Grieks) en van diens opvolger professor Van Leeuwen. | |
[pagina 6]
| |
8
(VW II, 57)
9
10
| |
1884-1889- Voor ‘Literis Sacrum’ houdt Jan Hendrik (9) verscheidene verhandelingen en is hij op andere wijze actief, o.m. door voordracht van eigen gedichten (8). Hij is praeses van Literis van 1886-1887. In 1886 wordt zijn portret geschilderd door M. van Andringa (14). | |
1889- 27 mei: legt cum laude het doctoraal examen klassieke letteren af. Voorjaar: van Leopold, die zelf piano speelt, verschijnt bij Thieme's Boek- en Muziekhandel te Zutphen: ‘Twee amoreuse liedekens’ met muziek voor zang en klavier van C.H. Coster (10). | |
[pagina 7]
| |
11
12
13
14
| |
1889- September-december: tijdelijk leraar in Grieks, Latijn en oude geschiedenis aan het stedelijk gymnasium te Deventer. | |
1890- Februari-april: maakt als gouverneur met een leerling een reis naar Italië. Houdt hiervan een dagboek bij (11). Een ontmoeting met een ziek meisje op deze reis inspireert hem waarschijnlijk tot de ‘Verzen 1895’. Bij de promotie van zijn vriend Gerlof van Vloten, die eveneens studeerde aan de Rijksuniversiteit te Leiden, ontmoet hij diens zwagers, de bekende letterkundigen Van Eeden en Verwey, zoals blijkt uit het menu van het promotiediner (12 en 13). | |
[pagina 8]
| |
15
16
17
| |
1891- 1 januari: wordt leraar in de oude talen aan het Erasmiaansch Gymnasium te Rotterdam (16). Het uitzicht op de daartegenoverliggende molen inspireert hem tot zijn gedicht ‘De molen’. Zijn beste vriend onder de leraren is Dr. A.J. Kronenberg (15; Leopold 4de, Kronenberg 5de staande van links). | |
1892- 9 januari: promoveert te Leiden cum laude tot doctor in de letteren op een proefschrift, getiteld ‘Studia Peerlkampiana’ (17). Het is gewijd aan de studies van P.H. Peerlkamp over Horatius. | |
[pagina 9]
| |
18
19
20
| |
1892- 2 maart: vestigt zich te Rotterdam, Binnenweg 121a, later: van Oldenbarneveldt-straat 121. Afb. 18 toont zijn portret op een briefkaart, die hij aan een zoontje van een collega had gestuurd. | |
1892(?)- Hij verlooft zich met Fimi (Aaffiene) Rijkens (geboren 21 oktober 1864 te Groningen), die hij van jongs af ontmoet had ten huize van oom Lubbertus Leopold te Groningen. Deze was ook een oom van Aaffiene Rijkens. Fimi trouwde echter op 1 oktober 1896 met Jan Hendriks jongere broer Joes (Johannes, geboren 7 maart 1896). Afb. 19 toont Fimi in 1901 met haar derde kindje Reintjo (de latere dr. R. Leopold). Jan Hendrik bleef ook later het gezin van zijn broer bezoeken, zo in de zomer van 1908 (20). Bovenste rij: Fimi, Joes, Jan Hendrik; onderste rij: de kinderen Robert Iwan, Martinus en Reintjo. | |
[pagina 10]
| |
21
22
(VW II, 459)
23
± 1900 - Na enkele jaren van poëtische activiteit (zie blz. 16 e.v.) wijdt Leopold zich aan de studie van Spinoza (22). Hij publiceert o.m. over de latiniteit van Spinoza een boek van bijna 100 bladzijden, ‘Ad Spinozae opera posthuma’ (23) en vertaalt een klein geschrift van hem (21, opgenomen in Verzameld Werk): Verhandeling over de Verbetering van het Verstand. | |
1899- mei: publiceert in de Nieuwe Rotterdamsche Courant een artikel over Honoré de Balzac (24 en 25). | |
1900- Publiceert in dezelfde krant artikelen over Beethoven (26 en 27) en over Gerlof van Vlotens ‘Oostersche schetsen en vertalingen’ (28 en 29). | |
1906- In de Nederlandsche Spectator verschijnt een beschouwing van Leopold over Omar Khayyam (30 en 31). | |
[pagina 11]
| |
24
25
(VW II, 436)
26
27
(VW II, 447)
28
29
(VW II, 454)
30
31
(VW II, 476)
| |
[pagina 12]
| |
32
(VW II, 470)
33
34
35
36
| |
1904- Publiceert een vertaling van het ‘Handboekje’ van Epictetus, door F. Schimdt Degener en van andere klassieke teksten door hemzelf onder de titel ‘Stoïsche wijsheid’ (34). Naar aanleiding van een bespreking van dit boek door Willem Kloos stuurt hij deze een brief (32). | |
1908- Bij de Clarendon Press te Oxford doet Leopold een uitgave verschijnen van de geschriften van de Romeinse keizer Marcus Aurelius Antoninus (35). | |
1910- Publiceert een pendant van ‘Stoïsche wijsheid’ over de filosofie van Epicurus (33) onder de titel ‘Uit den tuin van Epicurus’ (36). | |
[pagina 13]
| |
37
38
39
| |
1924- 1 september: krijgt op zijn verzoek om gezondheidsredenen eervol ontslag als leraar. Heeft in zijn leraarstijd veel invloed gehad op leerlingen als R. Jacobsen, F. Schmidt-Degener, J.M. Romein, N.A. Donkersloot, H.M.J. Oldewelt, Ida Gerhardt, Joh. Huyts, J.C. Kamerbeek, Guillaume Landré, e.a. Afb. 37 toont hem op reis met leerlingen in Pontresina (Kerstvakantie 1920/1921). Leopold was een enthousiast bergbeklimmer (38, in Urtler) en beoefenaar van schaatsenrijden en andere wintersport (39, in Pontresina). | |
1925- 21 juni: kort na zijn 60ste verjaardag, die aanleiding is tot verscheidene huldigende artikelen, overlijdt Leopold onverwacht aan pleuritis. Hij wordt op Westerveld te Velzen gecremeerd. Laatst bekende portret (40) en laatste kwatrijn uit de tweede reeks der Omar Khayyam-vertalingen (41). | |
[pagina 14]
| |
40
| |
[pagina 15]
| |
41
| |
[pagina 16]
| |
[pagina 17]
| |
45
Fimi. 46
Omslag van De Nieuwe Gids van augustus 1895, waaraan Leopold meewerkte. 47
Eerste tijdschriftpublikatie in De Nieuwe Gids van juni 1893: de beroemde Zes Christus-verzen. | |
[pagina 18]
| |
48
Brief aan Willem Kloos. 49
Inleiding van Boutens bij zijn uitgave. 50
Door P.C. Boutens verzorgde, eerste uitgave van Leopolds gedichten, 1912. 51
P.C. Boutens, omstreeks 1914, krijttekening van W. van Konijnenburg. | |
[pagina 19]
| |
52
Begin van ‘Kinderpartij’, opgedragen aan Mientje Robertson, in handschrift. 53
Mientje Robertson en haar moeder. 54
Eerste door Leopold zelf verzorgde uitgave. | |
[pagina 20]
| |
55
Handschrift van ‘Cheops’. 56
Colofon van ‘Cheops’, 1916. (VW I, 137)
57
Pyramide van Cheops. | |
[pagina 21]
| |
58
Bewerking van het in De Gids van 1922 afgedrukte gedicht ‘Albumblad’. 59
Publikatie in De Gids van 1922. (VW I, 430)
| |
[pagina 22]
| |
60
Uitgave van de Kunera Pers, 1924. 61
Inhoudsopgave van ‘Oostersch’. 62
Aankondiging der uitgave van ‘Oostersch’ in de Kunera Pers, 1924. 63
Uit een brief aan J.F. van Royen van 9 januari 1924. | |
[pagina 23]
| |
64
Duitse Omar Khayyam-vertaling, met Leopolds bewerking in handschrift. 65
Titelblad van de door Leopold gebruikte uitgave ‘Die Sinnsprüche Omars des Zeltmachers’ van Friedrich Rosen, 1909. | |
[pagina 24]
| |
66
Programma van een der eerste opvoeringen van ‘Vasantasena’. 67
Kostuumontwerpen voor ‘Vasantasena’. 68
Kladhandschrift van ‘Vasantasena’. 69
Posthume uitgave van de tweede bundel, 1926. 70
Titelpagina van ‘Verzamelde verzen’, 1935. 71
P.N. van Eyck, de verzorger van de ‘Verzamelde verzen’. | |
[pagina 25]
| |
72
Drie staten van een onvoltooid gedicht. 73
Drie staten van een onvoltooid gedicht. 74
Drie staten van een onvoltooid gedicht. 75
Hetzelfde gedicht in ‘Verzamelde verzen’. | |
[pagina 26]
| |
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23).
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23).
76
Leopold omstreeks 1900. | |
[pagina 27]
| |
77
Handschrift van de vertaling van een Arabisch gedicht (VW I, 559). | |
[pagina 28]
| |
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23).
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23).
78
Omstreeks 1913. | |
[pagina 29]
| |
79
Handschrift van het laatste kwatrijn uit de reeks ‘Soefisch’ (VW I, 162). | |
[pagina 30]
| |
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23).
80
(blz. 26, 28 en 30) Dialoog in zes strofen uit de cyclus ‘Scherzo’ (VW I, 23). 81
Omstreeks 1913. Achterzijde omslag: Tekening door Herman E. Mees uit 1922. | |
[pagina 31]
| |
82
Handschrift van de vertaling van een Perzisch gedicht (VW I, 199). |
|