je hebt gedood, tienmaal, honderdmaal, zonder bedenken, zonder op- of omzien, in een gehoorzaamheid die tienmaal groter is dan die van de onderworpenste vrouw, blindelings toeslaand als het noodlot van de antieken, tegelijk kinderlijk en verschrikkelijk, offer en beul ineen? Bij een andere, vroegere gelegenheid is daar weer de Keizer die zegt: ‘Ik houd niet van gevangenen, je laat je liever afmaken.’ Maar Renaud, die zelf genoeg vijanden heeft afgemaakt en de veertienjarige Rus die hieronder was, maar niet kan vergeten - hij heeft ook de stok uit de handen van de dode genomen en draagt die, sinds het ridderzwaard hem als een slavensabel aandoet, voortaan bij zich - Renaud accepteert op zijn beurt de dood uit de handen van een kind. Volkomen verzoend met de loop der dingen, richt hij zich op het laatst uit zijn nederig bestaan op en bereikt een sublieme hoogte. Wonderlijke poëzie die wil, dat al het jonge en argeloze sterft en al het wetende en nobele zich gedoemd ziet. ‘Niet wij, de oorlog heeft ongelijk.’
De literatuur telt weinig boeken die Servitude et Grandeur militaires in voornaamheid evenaren. Het laat ons zien, dat de mens houdt van de gehoorzaamheid die hem van zichzelf ontheft. Uiterste roekeloosheid vraagt ook een uiterste aan onzelfzuchtigheid, maar ook al erkent Vigny, dat zelfdestructie een doel is, waarnaar juist de besten streven, dan toch kan hij niet nalaten te constateren, dat zij de beste soldaten zijn, die met zichzelf overhoop liggen: zij voelen zich door die ‘magnifique inquiétude,’ zoals hij de oorlog noemt, opgenomen, zij worden door de collectieve zelfverloochening (regimenten zijn ‘kloosters van nomaden’) geschraagd. De moderne oorlogvoering heeft maar weinig bewaard van het mechaniek dat honderdvijftig jaar geleden werkte, maar het idee, dat oorlog een machinerie is, dat hij, anders dan elke vorm van geweld, in zoverre onmenselijk is, dat de soldaat zich aan een macht zonder gezicht, de ‘Ongerechte Noodzaak,’ moet onderwerpen, dit idee is nog even actueel als toen Vigny haar voor het eerst ontdekte. ‘Old soldiers never die, they just fade away,’ luidt een liedje dat bekendheid gekregen heeft. Ook het gezicht dat ons aanziet uit het